vrijdag 22 april 2011

LIMERICKS

VAN HUBKE

LIMERICK  -  een kort versje met het
                          rijmschema A-A, B-B, A.


Schrale troost…

er was eens een jager uit Venlo
aan het jagen bij paleis het Loo
het ging hem om vlees
mals en zonder pees
schoot mis…at toen vlees van de Makro



Steun…

er zijn mensen in dit rijke land
die leven op een zeer lage stand

maak een mooi gebaar
en sta voor ze klaar
schenk gul in hun uitgestoken hand

TANKA'S

VAN HUBKE

TANKA  -   Gedicht, geschreven in vijf regels
                      met 5-7-5-7-7 lettergrepen


Diamant…

een natuur zo mooi
van Zuid-Limburg tot het Gooi
van Goes tot Delfzijl
dank Heer voor die diamant:
ons geliefde Nederland



Levensroman… 

periode van
levensbegin tot einde
is als een roman
geschreven voor ieder mens
waarvan hij hoopt naar Gods wens



Natuur...

prachtige natuur
van de Schepper gekregen
geniet er maar van
en wees dankbaar met Zijn plan
beschouw het als een zegen



Prachtige natuur…

prachtige natuur
van de Schepper gekregen
bloesem, warmte, zon
maar ook kou, wind en regen
tóch is alles Gods zegen


                                   
Onnodig lijden…


veel zieke mensen
moeten onnodig lijden
niemand kan helpen
om gezondheid te geven
maar… God geeft kracht tot leven



Levenseinde…

natuur groot…mens iel
maar ooit scheiden hun wegen
zit het dan tegen
of wordt het als een zegen…
…met een opgeschoonde ziel?



Je naaste…

wie is je “naaste…?”
meen je…’t is je buurman
dan heb je het mis
want je naaste vind je dáár…
…waar allerhoogste nood is



Natuurgenot…

bloemen aan’t water,     
schitterend in’t zonnevuur;  
bij het geklater,    
geniet ik van de natuur,   
iedere dag...ieder uur. 



Valentijn…


op Valentijnsdag
denkt men aan een geliefde
bloemetje…apart
indien men elkaar griefde…
spréék…echter van hart tot hart

 

CINQUIANO'S

VAN HUBKE

CINQUIANO  - 
Spaanse poëzievorm, bestaande uit vijf regels.
                                Opbouw: 2/8/6/4/2 lettergrepen per regel.



Geven…  
                               
en toch
heel góed is het in ‘t leven
anderen te geven
slécht als ik neem
of claim



Trouwen… 
                                  
trouwen
een verbond tussen twee mensen
die veel liefde wensen
steun voor elkaar
als paar



Geen tijd…

geen tijd
twee woorden die gauw zijn gezegd
zelden wordt uitgelegd
waarvoor, waarom
zeer dom



Herfst…

herfst toont
een wonderschone kleurenpracht
die vraagt onze aandacht
scheppingsaanbod
van God!



Herfstblad…

herfstblad
valt dwarrelend naar beneden
zo dun als een flinter
wacht kalm op de
winter



Kort gebed…

Onze
Vader die in de hemel zijt
Maria wees gegroet
Uw hulp vragen
geeft moed



Sporten…

sporten
verliezer omhelst de winnaar
een bijzonder gebaar
respect van mens
tot mens



Lente…

lente
na de winter weer in het land
zonovergoten strand
zeg nou eerlijk
heerlijk!



Tweeling…

tweeling
een gebeurtenis, een wonder
echter heel bijzonder
opeens twee “kids””
wat blits!



Leven…

leven
ontstaan uit liefde heel intens
is er een nieuwe mens
naar Gods voorbeeld
bedeeld!



Dankbaar…

dankbaar
het is toch slechts een kleinigheid
uiten van dankbaarheid
een mooi gebaar
echt waar!

vrijdag 15 april 2011

KERSTMIS

Gedichten van Hubke


Kerstkind…     (01)


 Kerstkind op aarde
    Edelmoedig met
       Rust en waarde,
          Stille kracht en evenwicht
             Teder en oprecht
                Met pure liefde
                   In ons hart, terecht
                     Straalt zijn Goddelijk licht  





Kerstgedachte …     (02)


Onenigheid, onvrede, oorlogshandelingen
in grote, maar ook in kleine landen



Laat iedereen stoppen met negatieve dingen
en eindelijk inéénslaan de handen



Kerstmis…
                  Kribbe…
                                Kind…van liefde en vertrouwen 

Samen met Hem kunnen we aan de vrede bouwen


Dit gedicht is ook geplaatst in: "Even alleen met God",
een uitgave van Gedichtensite.nl.


Thuiskomst…     (03)

In ’n klein huisje aan de veldweg,
woont moeder met Ansje en Richard;
-vader is reeds vele jaren weg-
leven in armoede is zeer hard.  


Drank is voor vader fataal geweest,
in dronken toestand weggelopen;
maar bij het naderende Kerstfeest,
blijven ze allen toch maar hopen.  


Vijfentwintig december breekt aan
en ‘n kerststalletje wordt versierd;
de kinderen steken kaarsjes aan,
bij licht en gebed wordt Kerst gevierd. 


Plots horen ze buiten een geluid,
alsof iemand om het huisje gaat;    
dan opeens een tikken op de ruit,
wie komt er nog op bezoek zo laat?  


Moeder opent voorzichtig de deur,
ziet, met de kinderen aan haar schort,
een man met ‘n baard en vale kleur,
die het plotseling te machtig wordt. 


Tranen vloeien over zijn gezicht
en hij hoort een drievoudig: “Vader”;
zo schenkt ’t Kerstkind vreugde en licht
en brengt vree en verzoening nader.


Dit gedicht is gemaakt n.a.v. het Kerstverhaal:
"Het huisje aan de veldweg".
(Zie: "Een oud verhaal...")


Kerstkindje…     (04)

Ergens was er een koning geboren,
die mare werd verspreid overal;
tevens waren berichten te horen,
dat het gebeurd moest zijn in een stal.


Het was Jezus die ´t levenslicht zag,
in die oude stal, in Bethlehem,
alwaar hij slapend in een kribbe lag;
beide ouders waakten over Hem.


Jezus was gekomen om te helpen,
allen bij te staan in vreugd en smart,
het geestelijke bloeden te stelpen,
rustend in ´t kribje van ons hart



Kerstmis…     (05)

Kerstmis, tijd van cadeau´s en eten,
drinken en het je goed laten gaan;
aan jezelf denken, anderen vergeten,
is één manier om in het leven te staan.

Kerstmis, tijd van jong en nieuw leven,
van hopen op een vredig bestaan;
weinig nemen, veel aan anderen geven,
óók een wijze om door het leven te gaan.

Gedachten, met hemelsbreed verschil,
de één weinig, d´ander méér waarde;
gelukkig heeft ieder mens een eigen wil,
en kiest zelf wat het beste is op aarde.


In een kribbe…     (06)

Met Kerst is het zover,
Zijn geboorte wordt herdacht;
het teken van de Ster…
…vrede, waar ieder naar smacht.

Biddend aan Zijn voeten,
veel mensen van goede wil;
zij die dat niet moeten…
…zijn afwezig, hard en kil.

Hij ligt er vredig stil,
in ´n kribbe in de stal;
het Kind van goede wil…
…een wil die ons redden zal.





















 

zaterdag 19 maart 2011

DIVERSEN


Gedichten van Hubke:


´n Gedicht…     (01)

Je kunt je liefde uiten of je gram halen,
door je emotie te leggen in een gedicht;
nog romantischer dan gewone verhalen
en romantiek is toch van groot gewicht.

Emoties zijn kenbaar in een mooi gedicht ;
ze proberen gevoelige snaren te toucheren
en worden ze op de juiste plaats gericht;
dan zullen ze ongetwijfeld effect sorteren.


“Laudatio…”     (02)


Muziekgezelschappen en koren,
brengen allerlei muziek en zang,
strelend voor luisterende oren,
tevens cultureel van enorm belang.


Laat bazuinen schallen, trommels slaan;
muziek en zang van velerlei soort,
klanken voor ‘n lach en voor ’n traan
zuiver gericht op mens en hemelpoort.  


Gezongen door alt, bas of tenor,
om de Heer bijzonder te danken;
orgelspel in een prachtig decor;
“Laudatio” van zuivere klanken.



Een dagje zalig nietsdoen…     (03)

…op een vrije warme lentemorgen,
stap ik slaapdronken uit mijn bed
en hoop op een dag zonder zorgen,
terwijl ik het raam wijd openzet;


na een heerlijk en verfrissend bad,
neem ik een ontbijt met spek en ei;
loop dan rustig over het kiezelpad,
naar een idyllisch plekje in de wei;


in het leven zijn er al eens dagen,
die als een teken van de prille lente,

geen andere opdracht van ons vragen,
dan alleen maar: “Dolce far niente”…



De mijn...     (04)

Vierenvijftig jaar geleden,
voor’t eerst afgedaald in de mijn;
voor velen was’t daar beneden,
noodzakelijk om er te zijn.


De bevolking  van Nederland,
had behoefte aan’t zwarte goud;
mijnwerkers met hun sterke hand,
hakten kool, velen hadden koud.


De mijnen waren stimulans,
voor de Limburgse industrie;
gaven vele mensen de kans,
op goed leven in harmonie.


Maar vóór de jaren zeventig,
kwam voor allen de tegenslag;
wat gebeurde blijft levendig,
was iets dat niet gebeuren mag.


Eén voor één alle mijnen dicht,
zogenaamd als overbodig,
voor Haagse politiek gezwicht
en het was niet meer zo nódig.


"Hubke" als opzichter

                                  Nu zijn we weer jaren later,
                                  met vervangende industrie;
                                  geen mens denkt nog aan die flater,
                                  aan moord op de mijnindustrie.


                                  We leven in een nieuwe eeuw,
                                  om het zwarte goud of kolen,
                                  geeft men nauwelijks nog ’n schreeuw;
                                  wat nú telt is wind en molen.

                                  De komst van hamster...bever...das,
                                  maakt Limburg weer natuurgebied,
                                  dat met heuvels en hun gewas,
                                  voor het toerisme toekomst biedt.

                                  Mijnen zijn nu geschiedenis,
                                  wat er blijft is de nostalgie,
                                  naar romantiek in duisternis,
                                  van Limburgs gouden industrie.



Ode aan het diner…     (05)  
   
Netjes op een rijtje liggen ze klaar,
lepel, vork en mes voor vlees en vis;
borden, glazen, staan keurig naast elkaar,
het geheel op een perfecte dis.    


Eerst ´n drankje, daarna het voorgerecht,   
heerlijke cocktail van garnalen,
prachtig in bedje verse sla gelegd,
waarmee de kok wel eer zal halen.    


Het hoofdgerecht zalm wordt nu opgediend,
met garnering zeer vermeldenswaard;
uiteraard heeft de kok een ster verdiend,
met het allerbeste van de kaart.    


Aardappels, groente, van het beste soort,
met een heerlijk sausje toebereid;
daarbij een wijn die tevens punten scoort:   

Bourgondisch zijn mag wel op zijn tijd!   

Als laatst dan het toetje of nagerecht,
kosten noch moeite heeft men gespaard;
de naam “IJstuin” klinkt uiteraard terecht,
in een kring van ijs veel fruit vergaard.

Smakelijk eten !



Verwaande IJdeltuit…     (06)

kijk haar lopen in de straat,
met statige trotse tred;
een, twee, altijd in de maat,
logisch dat men daar op let.


        heeft haar hoofd hoog in de nek,
        laat wiebelen haar borsten;
        aan de make-up geen gebrek:
        dikke mascara-korsten.


en maar draaien met de kont,
veel bekijks van ’t publiek;
ze maakt ’t wel al te bont,
dit maakt me werkelijk ziek.

          
        stinkend rijk noch bedelstaf,
        tóch leeft ze wat opgeklopt;
        daarom vraag ik mij dus af:
        drol, wie heeft je nou gedropt?

            
                maar het gebeurt niet zo vaak,
                vertonen van zulk gedrag;
                daarom is’t een goede zaak:
                ijdeltuiten niet iedere dag!


IJdeltuiten-schoentje, merk: "Kakmadam"


Bloemetje...     (07)   

O, prachtige ongerepte bloem,
wanneer mensen jou plukken gaan,
bij mooi weer en bijengezoem,
is het met je leven snel gedaan.    

Doch als zij thuiskomen, iets later,
brengt hun clementie nog geluk;
ze plaatsen jou in fris water,
je levensader is nóg niet stuk.


De knuffel van Joep…     (08)

Er was eens een klein speelgoedbeertje
dat de naam Knuffel had gekregen
ik zag hem samen met zijn heertje
pienter baasje, doch wat verlegen    


Dat kleine heertje was drie jaar oud
hield veel van Knuffel en heette Joep
hij zei eens: “zolang ik van je houd
plaats ik je zeker niet op de stoep!”   


Na twintig jaar zag ik Joep plots wéér
met een knuffel lopend door de straat
echter niet de óude knuffelbeer
maar een waar je hart van overslaat   

                      Kleine kinderen worden groter en hier 
                      beleefde Knuffel ´n metamorfose
                      het omhulsel belandde bij Rd-vier
                      de  inhoud  krijgt van Joep nu rode rozen

                                                          
                                                    

Het arme muisje…     (09) 

Ergens in een klein knussig huisje,
kwam op zekere dag een diertje;
dat slimme diertje was een muisje,
het benutte echt ieder kiertje.    

Het muisje kwam vaak binnentreden
en liet zich alle voedsel smaken;
daar grote poes was overleden,
scheen het niet in paniek te raken.   


Er werd toen een kleine val gekocht,
waarin ’n stuk kaas met een geurtje,
een schemerig plaatsje opgezocht
en geplaatst bij het muizendeurtje.   


Snel was het muisje erin getrapt,
in dat kleine knussige huisje;
toen was het valletje dichtgeklapt…
…erin…het arme dode muisje.  



Nelis, de visserszoon…     (10)

Regenachtig fris, op ’t zandige strand
sterke wind vanaf een onrustige zee                       
waaiend over het Z-Hollandse land 
maar ondanks de koude is hij tevree   


Die verkwikkende kille noordwestenwind
laat langzaamaan teruggaan z’n gedachten
naar zijn vroegere tijd, toen ie als kind
in de vissershaven stond te wachten 

Nelis’ vader was eerder uitgevaren  
met de stoere vissers op de haringvangst
harde wind en zeer woelige baren 
bezorgden achterblijvers altijd angst   


Echt veilig voelde hij zich aan moeders hand
samen wachtend op terugkeer van de boot
die met stoere haringvissers bemand 
onderdeel was van de Hollandse vloot

     Wanneer bij Vlissingen of Arnemuiden
     een stip aan de verre horizon verscheen
     was het of de angst plotseling verdween
 
     en als de vissers, eerder  uitgevaren
     weer veilig terug in de haven waren
     begon de klok “welkom thuis” te luiden    



















BEZINNING-DANKBAARHEID-GEBEDEN

Gedichten van Hubke:


Toekomst...     (01)

Tussen geschiedenis
en het vage verschiet,
komt zeker en gewis
vreugde en ook verdriet;
was het slecht, was het goed
misschien was het een leer,
hoe het nu verder moet
en sterkt ons des te meer.


Tussen het verleden
en wat te wachten staat,
zit het nù, het heden
dat naar de toekomst gaat;
hoe je die tijd beleeft
kan niet zonder de kracht,
die de Heer ons dan geeft
met zijn goedheid en macht.


Tussen het verleden
en ons aller toekomst,
komen vele treden
leidend naar de uitkomst;
heb alle vertrouwen
in de Heer die ons leidt,
leven op te bouwen
dat ons vreugde bereidt.


    ’t Gedicht “Toekomst” is op 15-07-2007 door
    Rel. Gedichtensite uitgekozen als gedicht
    van de week (in de categorie “De Zilveren veer”).




Crucifix…     (02) 
   
Bij ´t kruisbeeld aan ´n tweesprong,
blijf ik tijdens een wandeling staan,
daarbij denkend aan de oorsprong,
hóe en waaróm alles is ontstaan.


Tot de dood werd Hij veroordeeld,
voor verlossing van onze zonden,
waardoor Hij velen heeft geheeld,
gekruisigd, getekend door wonden.
               
Als wij een kruisbeeld passeren,
laten we beseffen altijd weer,
dat het goed is Hem te eren,
dankbaarheid te tonen keer op keer.



Een lach…     (03)   


Je geest wordt verlicht,
door ´n lach op je gezicht,

hij is toch zo verrukkelijk,
daarbij ook nog aanstekelijk,

terwijl ellende er voor zwicht.


Kleur…     (04)

God heeft de menselijke wezens geschapen,
met een zwarte, witte of andere kleur;
de Goede Herder wilde met al z´n schapen,
vredelievend door één en dezelfde deur.


Echter deze menselijke kleurverschillen,
hebben op vele plaatsen dezer aarde,
wél geleid tot enorme meningsverschillen,
een kleinering van menselijke waarde.


Wanneer zal ooit het nodige besef ontstaan,
dat alleen het innerlijk belangrijk is;
strijd en dictatuur moet eindelijk van de baan,
dán pas is oorlog ook snel geschiedenis…



Opstekertje…     (05)

De tijd gaat snel, veel te vlug,
alles gaat als een flits voorbij;
blik vooruit en kijk niet terug,
zie de toekomst positief en blij.


Open het raam, kijk naar buiten,
naar al het moois van de natuur;
hoor eens hoe de vogels fluiten,
geniet dus van iedere dag en uur.



Dank U Heer…     (06)

Wij staan op in de vroege morgen,
zien de zon zo heerlijk stralen,
niet beseffend hoe goed wij leven,
terwijl velen armoe beleven 
en niet anders doen dan balen,
van kommer en de vele zorgen.   


Wilt U ons misschien vergeven Heer,
omdat wij niet doordrongen zijn,
van het in pure rijkdom leven
en onze naaste weinig geven,
terwijl hij leeft in zorg en pijn
en niet kan zorgen voor ommekeer. 


Laat ons d’armen helpen keer op keer
en…voor óns rijke leven... dank U Heer.



Luisterend oor…     (07)
Hoe hard ook het gegil
of gebrul als een leeuw,
als niemand luisteren wil,
helpt geen enkel geschreeuw.


Daarom is het zeer voornaam,
wanneer ´n ander iets zegt,
dat je bijzonder minzaam,
een oor te luisteren legt.



Gebed in stilte…     (08)

devotiekapel
kaarsen branden
verspreiden
sfeervol
helder licht  


knielend
vouwen we
de handen
voor gebed
tot Maria gericht  


die kaarsen
brengen
sfeer en warmte
flakkerend
in de duisternis     


een gebed
bij rust en kalmte
is een
goede steun
bij kommernis 




Dankbaarheid…     (09)

Doe je iets voor ’n medemens,
moet je geen dank verlangen;
daarom is het geen goede wens,
zó een medaille om te hangen.  


Staat die medemens jóu eens bij,
moet je hem daarvoor lonen;
wees dan oprecht en frank en vrij,
het óók met woorden aan te tonen.  


Te bedanken voor iemands daad,
is meestal een kleinigheid;
met Gods hulp en Zijn wijze raad,
toon je met gemak je dankbaarheid.



Marie en Jeu….     (10)

Marie van Pie en Jeu van Sjeng
Zitte mèt hun twiè op den Taore
Gezond, mèr misse allebei hun teng
Mèr ja, zoa zind ze ouch gebore


Same honderdzestig jaor wilt gèt zègke
Veural in deze moderne en jachtige tied
Af en toe doon ze nog ein keertsje lègke
Mèt meute, want zie zuut neet zoa wiet


Aan de toafel zitte ze ummer nevenein
Ein boterham of gèt angersj te knauwele
Doe zuus die twiè jao noats allein
En doe heùrs ze ummer wauwele


Ze höbbe zich zoa gère, die twiè
Sóms loape ze hand in hand
Al geit het ouch zoa flot neet miè
Ze vùrme echter eine schoane band


Ach kinger höbbe ze in hun léve
Mèt hel wèrke groatgebrach
Ze höbbe same al hun krach gegéve
En kieke terùk mèt eine gezónne lach


Loat de Mariekes, Jeukes en eederein
Geneete van alles in het Seniore-hoes
Loat veer sjteune en helpe op elk terrein
Op die maneer veule ze zich ummer thoes



Je naaste…     (11)  
     
Wie is er nou toch eigenlijk je naaste,
is dat jouw kind, je vrouw of je man
of soms die buurman, die in de haast,
ook al eens goedemorgen zeggen kan?


Vragen die men zich plotseling stelt,
opeens is er ´n antwoord losgeweekt;
je naaste is híj die aan de huisdeur belt
en je om hulp en ondersteuning smeekt.



De droom…     (12)  
   
Ik zag een heel kleine woning,
voor de deur zag ik Iemand staan;
hij klopte zachtjes op de deur
en wilde er naar binnen gaan.   


Opeens viel mij echter iets op:
die deur had helemaal geen klink!
ik dacht na, zocht naar het waarom,
vond echter niet de juiste link.  


Plotseling hoorde ik een stem
en die klonk duidelijk en hard:
“Die deur gaat van binnen open,
het is de toegang tot ons hart!”



Een nieuwe dag…     (13)   

De kalme nacht is verstreken,
een nieuwe dag geboren;
duisternis begint te breken…
…vogeltjes zijn te horen.


Wat zal deze dag ons geven,
veel vreugde of ook verdriet?
maar wát we zullen beleven…
…weten we tevoren niet.


We behoren ons te schikken,
in het lot dat is bepaald;
al doen we wegen en wikken…
…mooi als men de avond haalt.


Dan komt er opnieuw duisternis,
en wéér nieuwe dageraad;
of dit weer een gunstige is…
…ligt wél in Gods hand paraat.


Dit gedicht is ook geplaatst in: "Even alleen met God",
een uitgave van: Gedichtensite.nl.


De laatste trein…     (14)


Ik wacht geduldig op de trein,
tussen de lui op het perron;
dwalend gaan mijn gedachten,
naar vroeger, hoe alles begon.


Na een vrij lange studietijd,
toch snel een baan gekregen;
werkjaren met ups en downs,
bijna veertig aaneen geregen.


Momenteel aan het genieten,
van een welverdiend pensioen…
…dan zet ´t signaal van de trein,
mijn hersens weer op groen.
             
Dus stap ik opgewekt en blij,
in de vrij goed bezette trein;
ik zie een oude man…en denk……
……eens zal het de laatste zijn…



Bidden…     (15)

Bidden, een bezigheid,
met gesloten ogen
en gevouwen handen,
God vragen om ´n kleinigheid.


Maar bidden is veel meer:
steunen van je naaste,
hulp aan de zwakkeren,
in de schaduw van Lieveheer.


Of, staand in de natuur,
waar we tussen het moois,
Gods voetstappen vinden;
bidden kan overal, elk uur.


Dit gedicht is ook geplaatst in: "Even alleen met God",
een uitgave van: Gedichtensite.nl.


Wat houdt ’t leven in…?     (16)

Het leven bestaat uit allemaal kleine dingen
die ons dagelijks, ongemerkt soms, omringen
streef je naar een zo goed mogelijk resultaat
gegarandeerd dat ´t dan heel gunstig met je gaat 


heb je op zekere dag onverhoeds tegenslag
bid voor beter resultaat de volgende dag  

leven in naastenliefde en genegenheid
is ook een leven vol vreugde en tevredenheid.
                                                                             


Belangrijke dingen…     (17)

Er zijn mensen die geloven alleen wat ze zien,
zij die niet hopen zien vele dingen te zwart,
hij die geen liefde kent heeft een stenen hart;
hun levensstijl haalt nooit ofte nimmer ´n tien.


Geloof, hoop en liefde zijn belangrijke dingen,
door geloven heb je een rotsvast vertrouwen,
bij hopen kun je op verwachting bouwen,
in de liefde met genegenheid omringen.



Seniorenhoes…     (18)

Jaorelank in ‘t dörp gewoond
en veul kingerkes groatgebrach;
hel gewèrk, mè neet mie gans gezond,
höbbe ze ’t dorp vaarwel gezag.


Noe goon ze nao ’t zörgtehoes,
dao sjteit auch ein mekkelijk bèd;
mè wiet weg van eigen haard en hoes,
dat vilt veur d’r duivel ech neet mèt.


Laot die gooi auw luujkes en eederein,
geneete in ’t seniorenhoes;
laote veer hun sjteune op elk terrein
en zoa veule ze zich auch ummer thoes. 



Helden…     (19) 

Ik stop even aan’t kleine monument,
bij de plek waar eens het fatale schot viel,
de plaats waar ons een dierbare held ontviel
en wij stil willen staan bij dat moment.  


Zich erg inzettend voor ’n zeer goede zaak,
arbeidde hij als een van de onzen,
als een trouw lid van de ondergrondse,
aan een uiterst levensgevaarlijke taak.


Verzetshelden en ook frontsoldaten,
riskeren vaak hun leven voor de vrijheid
en ze zijn uitzonderlijke maten; 


de herinnering aan hun heldhaftigheid,
hebben ze ons echter nagelaten;
daarvoor verdienen ze onze dankbaarheid.


Oorlogs herdenkingskruis,
aan de Langeberg te Hulsberg.
Ter nagedachtenis aan hen die vielen 1940-1945.

Foto uit: GOLVEND HEUVELLAND,
van Chris Willems.

LIEFDE-RELATIE-FAMILIE

Gedichten van Hubke:


Hart…    (01) 
                    
Bekijk de vorm van een hart eens goed,
zie hoe mooi dit toch is samengesteld;
als je links en rechts apárt bekijken doet,
net of één oorschelp aan d’ander smelt.
                             
Wat is nou interessant aan dit verhaal:
als luisterende schelpen elkaar raken,
dan staat het hart plotseling centraal
en..dát kan liefde, vriendschap maken.



Liefdesharmonie…     (02)

Waar kan liefde groter, volmaakter zijn?
daar, waar twee harten elkander strelen,
waar men ook alle fouten, groot of klein,
in verdraagzaamheid onderling kan velen.


Al lijkt de buitenkant ook nog zo elegant,
inwendig kan het stormen als een orkaan;
maar bij een goed gesmede liefdesband,
zal een storm weer spoedig liggen gaan.


Verliefde harten vinden hun bestemming,
als ze vol zijn met begrip en sympathie;
zó heeft de liefde ook geen belemmering
en kan men spreken van ideale harmonie.



Moeder…     (03)   

Moeder zijn is…
zo vanzelfsprekend,
zo gewoon,
zo natuurlijk…


totdat…

deze vanzelfsprekendheid,
die gewone moeder,
er plotseling niet meer is…


ik neem haar in gedachten,
leg een arm om haar heen,
besef … dat ik moeder mis…



Ouders...     (04)

Ouders zijn de oorsprong van ons leven,
zonder hen zouden we nooit bestaan;
waarden die zij ons hebben gegeven,
helpen moeilijkheden te doorstaan.   


Daarom, eert de vaders en de moeders,
een oud en achtenswaardig gebod;
want de ouders zijn voor ons de hoeders,
zeer bepalend voor ons levenslot.



Grootouders…     (05) 

maandenlang de vrucht gedragen
soms moeilijk, maar zonder klagen

  
     blij naar ‘t moederschap geleefd
     iets dat niet élke vrouw beleeft


de partner heeft zijn best gedaan
door zijn lieve vrouw bij te staan

  
     de zwangerschap viel best wel mee
     en opeens komt de eerste wee


moeder in spe houdt zich moedig
de geboorte loopt voorspoedig

  
     beide ouders zijn trots en blij
     met de grootouders zij aan zij


hun ogen stralen, het doet goed
afstammeling van eigen bloed

  
     nóg eens optrekken met de jeugd
     verschaft hun bijzondere vreugd


als “grootouders” door het leven
zal heel veel voldoening geven



Relatie…     (06)    

Elke relatie kan gebreken hebben,
die ieder paar ooit wel eens beleeft;
maar liefde hoeft niet weg te ebben,
wanneer je écht om de ander geeft.



Ideale relatie….     (07)

…is ´n prille verliefdheid voorbij,
en ook echte liefde groeiend,
dan maakt dat zeer zeker, zij aan zij,
een relatie toch zo boeiend…


…niet alléén de liefde wordt gevraagd,
elkaars respect is óók een eis,
 steun, die méde de relatie draagt,
want breuken zijn daarvan bewijs…


…bovendien een zeer belangrijk feit,
is meestal de tolerantie,
zorgend voor goede stabiliteit,
resulterend in garantie…

    
  …voor een liefderijk samenleven…
        …weinig nemen en…veel geven…



Medemens…     (08)

Kopje koffie, kleine attentie,
aangereikt op iemands wens,
het is liefde voor je medemens.

anderen blij maken, amuseren,

mensen leren te onthaasten,
het is liefde voor je naasten.

arme mensen ´n beetje helpen,
laten delen in je eigen weeld’,
  

het is liefde voor je evenbeeld.
arm om andermans schouder,
een kort gesprekje, heel intens,
het is liefde voor je medemens.