zaterdag 19 maart 2011

BEZINNING-DANKBAARHEID-GEBEDEN

Gedichten van Hubke:


Toekomst...     (01)

Tussen geschiedenis
en het vage verschiet,
komt zeker en gewis
vreugde en ook verdriet;
was het slecht, was het goed
misschien was het een leer,
hoe het nu verder moet
en sterkt ons des te meer.


Tussen het verleden
en wat te wachten staat,
zit het nù, het heden
dat naar de toekomst gaat;
hoe je die tijd beleeft
kan niet zonder de kracht,
die de Heer ons dan geeft
met zijn goedheid en macht.


Tussen het verleden
en ons aller toekomst,
komen vele treden
leidend naar de uitkomst;
heb alle vertrouwen
in de Heer die ons leidt,
leven op te bouwen
dat ons vreugde bereidt.


    ’t Gedicht “Toekomst” is op 15-07-2007 door
    Rel. Gedichtensite uitgekozen als gedicht
    van de week (in de categorie “De Zilveren veer”).




Crucifix…     (02) 
   
Bij ´t kruisbeeld aan ´n tweesprong,
blijf ik tijdens een wandeling staan,
daarbij denkend aan de oorsprong,
hóe en waaróm alles is ontstaan.


Tot de dood werd Hij veroordeeld,
voor verlossing van onze zonden,
waardoor Hij velen heeft geheeld,
gekruisigd, getekend door wonden.
               
Als wij een kruisbeeld passeren,
laten we beseffen altijd weer,
dat het goed is Hem te eren,
dankbaarheid te tonen keer op keer.



Een lach…     (03)   


Je geest wordt verlicht,
door ´n lach op je gezicht,

hij is toch zo verrukkelijk,
daarbij ook nog aanstekelijk,

terwijl ellende er voor zwicht.


Kleur…     (04)

God heeft de menselijke wezens geschapen,
met een zwarte, witte of andere kleur;
de Goede Herder wilde met al z´n schapen,
vredelievend door één en dezelfde deur.


Echter deze menselijke kleurverschillen,
hebben op vele plaatsen dezer aarde,
wél geleid tot enorme meningsverschillen,
een kleinering van menselijke waarde.


Wanneer zal ooit het nodige besef ontstaan,
dat alleen het innerlijk belangrijk is;
strijd en dictatuur moet eindelijk van de baan,
dán pas is oorlog ook snel geschiedenis…



Opstekertje…     (05)

De tijd gaat snel, veel te vlug,
alles gaat als een flits voorbij;
blik vooruit en kijk niet terug,
zie de toekomst positief en blij.


Open het raam, kijk naar buiten,
naar al het moois van de natuur;
hoor eens hoe de vogels fluiten,
geniet dus van iedere dag en uur.



Dank U Heer…     (06)

Wij staan op in de vroege morgen,
zien de zon zo heerlijk stralen,
niet beseffend hoe goed wij leven,
terwijl velen armoe beleven 
en niet anders doen dan balen,
van kommer en de vele zorgen.   


Wilt U ons misschien vergeven Heer,
omdat wij niet doordrongen zijn,
van het in pure rijkdom leven
en onze naaste weinig geven,
terwijl hij leeft in zorg en pijn
en niet kan zorgen voor ommekeer. 


Laat ons d’armen helpen keer op keer
en…voor óns rijke leven... dank U Heer.



Luisterend oor…     (07)
Hoe hard ook het gegil
of gebrul als een leeuw,
als niemand luisteren wil,
helpt geen enkel geschreeuw.


Daarom is het zeer voornaam,
wanneer ´n ander iets zegt,
dat je bijzonder minzaam,
een oor te luisteren legt.



Gebed in stilte…     (08)

devotiekapel
kaarsen branden
verspreiden
sfeervol
helder licht  


knielend
vouwen we
de handen
voor gebed
tot Maria gericht  


die kaarsen
brengen
sfeer en warmte
flakkerend
in de duisternis     


een gebed
bij rust en kalmte
is een
goede steun
bij kommernis 




Dankbaarheid…     (09)

Doe je iets voor ’n medemens,
moet je geen dank verlangen;
daarom is het geen goede wens,
zó een medaille om te hangen.  


Staat die medemens jóu eens bij,
moet je hem daarvoor lonen;
wees dan oprecht en frank en vrij,
het óók met woorden aan te tonen.  


Te bedanken voor iemands daad,
is meestal een kleinigheid;
met Gods hulp en Zijn wijze raad,
toon je met gemak je dankbaarheid.



Marie en Jeu….     (10)

Marie van Pie en Jeu van Sjeng
Zitte mèt hun twiè op den Taore
Gezond, mèr misse allebei hun teng
Mèr ja, zoa zind ze ouch gebore


Same honderdzestig jaor wilt gèt zègke
Veural in deze moderne en jachtige tied
Af en toe doon ze nog ein keertsje lègke
Mèt meute, want zie zuut neet zoa wiet


Aan de toafel zitte ze ummer nevenein
Ein boterham of gèt angersj te knauwele
Doe zuus die twiè jao noats allein
En doe heùrs ze ummer wauwele


Ze höbbe zich zoa gère, die twiè
Sóms loape ze hand in hand
Al geit het ouch zoa flot neet miè
Ze vùrme echter eine schoane band


Ach kinger höbbe ze in hun léve
Mèt hel wèrke groatgebrach
Ze höbbe same al hun krach gegéve
En kieke terùk mèt eine gezónne lach


Loat de Mariekes, Jeukes en eederein
Geneete van alles in het Seniore-hoes
Loat veer sjteune en helpe op elk terrein
Op die maneer veule ze zich ummer thoes



Je naaste…     (11)  
     
Wie is er nou toch eigenlijk je naaste,
is dat jouw kind, je vrouw of je man
of soms die buurman, die in de haast,
ook al eens goedemorgen zeggen kan?


Vragen die men zich plotseling stelt,
opeens is er ´n antwoord losgeweekt;
je naaste is híj die aan de huisdeur belt
en je om hulp en ondersteuning smeekt.



De droom…     (12)  
   
Ik zag een heel kleine woning,
voor de deur zag ik Iemand staan;
hij klopte zachtjes op de deur
en wilde er naar binnen gaan.   


Opeens viel mij echter iets op:
die deur had helemaal geen klink!
ik dacht na, zocht naar het waarom,
vond echter niet de juiste link.  


Plotseling hoorde ik een stem
en die klonk duidelijk en hard:
“Die deur gaat van binnen open,
het is de toegang tot ons hart!”



Een nieuwe dag…     (13)   

De kalme nacht is verstreken,
een nieuwe dag geboren;
duisternis begint te breken…
…vogeltjes zijn te horen.


Wat zal deze dag ons geven,
veel vreugde of ook verdriet?
maar wát we zullen beleven…
…weten we tevoren niet.


We behoren ons te schikken,
in het lot dat is bepaald;
al doen we wegen en wikken…
…mooi als men de avond haalt.


Dan komt er opnieuw duisternis,
en wéér nieuwe dageraad;
of dit weer een gunstige is…
…ligt wél in Gods hand paraat.


Dit gedicht is ook geplaatst in: "Even alleen met God",
een uitgave van: Gedichtensite.nl.


De laatste trein…     (14)


Ik wacht geduldig op de trein,
tussen de lui op het perron;
dwalend gaan mijn gedachten,
naar vroeger, hoe alles begon.


Na een vrij lange studietijd,
toch snel een baan gekregen;
werkjaren met ups en downs,
bijna veertig aaneen geregen.


Momenteel aan het genieten,
van een welverdiend pensioen…
…dan zet ´t signaal van de trein,
mijn hersens weer op groen.
             
Dus stap ik opgewekt en blij,
in de vrij goed bezette trein;
ik zie een oude man…en denk……
……eens zal het de laatste zijn…



Bidden…     (15)

Bidden, een bezigheid,
met gesloten ogen
en gevouwen handen,
God vragen om ´n kleinigheid.


Maar bidden is veel meer:
steunen van je naaste,
hulp aan de zwakkeren,
in de schaduw van Lieveheer.


Of, staand in de natuur,
waar we tussen het moois,
Gods voetstappen vinden;
bidden kan overal, elk uur.


Dit gedicht is ook geplaatst in: "Even alleen met God",
een uitgave van: Gedichtensite.nl.


Wat houdt ’t leven in…?     (16)

Het leven bestaat uit allemaal kleine dingen
die ons dagelijks, ongemerkt soms, omringen
streef je naar een zo goed mogelijk resultaat
gegarandeerd dat ´t dan heel gunstig met je gaat 


heb je op zekere dag onverhoeds tegenslag
bid voor beter resultaat de volgende dag  

leven in naastenliefde en genegenheid
is ook een leven vol vreugde en tevredenheid.
                                                                             


Belangrijke dingen…     (17)

Er zijn mensen die geloven alleen wat ze zien,
zij die niet hopen zien vele dingen te zwart,
hij die geen liefde kent heeft een stenen hart;
hun levensstijl haalt nooit ofte nimmer ´n tien.


Geloof, hoop en liefde zijn belangrijke dingen,
door geloven heb je een rotsvast vertrouwen,
bij hopen kun je op verwachting bouwen,
in de liefde met genegenheid omringen.



Seniorenhoes…     (18)

Jaorelank in ‘t dörp gewoond
en veul kingerkes groatgebrach;
hel gewèrk, mè neet mie gans gezond,
höbbe ze ’t dorp vaarwel gezag.


Noe goon ze nao ’t zörgtehoes,
dao sjteit auch ein mekkelijk bèd;
mè wiet weg van eigen haard en hoes,
dat vilt veur d’r duivel ech neet mèt.


Laot die gooi auw luujkes en eederein,
geneete in ’t seniorenhoes;
laote veer hun sjteune op elk terrein
en zoa veule ze zich auch ummer thoes. 



Helden…     (19) 

Ik stop even aan’t kleine monument,
bij de plek waar eens het fatale schot viel,
de plaats waar ons een dierbare held ontviel
en wij stil willen staan bij dat moment.  


Zich erg inzettend voor ’n zeer goede zaak,
arbeidde hij als een van de onzen,
als een trouw lid van de ondergrondse,
aan een uiterst levensgevaarlijke taak.


Verzetshelden en ook frontsoldaten,
riskeren vaak hun leven voor de vrijheid
en ze zijn uitzonderlijke maten; 


de herinnering aan hun heldhaftigheid,
hebben ze ons echter nagelaten;
daarvoor verdienen ze onze dankbaarheid.


Oorlogs herdenkingskruis,
aan de Langeberg te Hulsberg.
Ter nagedachtenis aan hen die vielen 1940-1945.

Foto uit: GOLVEND HEUVELLAND,
van Chris Willems.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten